Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat mevrouw X een beleid heeft gevoerd dat geen redelijk denkend bestuurder zou voeren en bestuurshandelingen heeft verricht waarvan zij in redelijkheid behoorde te weten dat daarvan benadeling van de Belastingdienst het gevolg zou zijn.

Belanghebbende, mevrouw X, houdt 19 van de 36 aandelen in een bv, die een uitzendbureau exploiteert. De overige aandelen zijn in handen van haar echtgenoot, de heer B. X is zelf de enige formele bestuurder van de bv. De bv gaat in 2011 failliet. In geschil is of X terecht aansprakelijk is gesteld voor belastingschulden, alsmede voor de boetes, kosten en rente. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X een beleid heeft gevoerd dat geen redelijk denkend bestuurder zou voeren en bestuurshandelingen heeft verricht waarvan zij in redelijkheid behoorde te weten dat daarvan benadeling van de Belastingdienst het gevolg zou zijn. Zo zijn er grote bedragen zonder reële zekerheden uitgeleend aan X en B en aan hen gelieerde maatschappijen. De ondoorzichtige financiële verhoudingen met deze maatschappijen zijn eveneens te kwalificeren als kennelijk onbehoorlijk bestuur. Aangezien de ontvanger met betrekking tot de aansprakelijkstelling voor de kosten, rente en boetes geen separate gronden heeft aangevoerd, is het gelijk slechts in zoverre aan X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 8 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen