Kennisgroep invordering en civiel recht geeft toelichting op de wijze waarop betekeningskosten van een dwangbevel in rekening kunnen worden gebracht.

Kennisgroep invordering en civiel recht geeft toelichting op de wijze waarop betekeningskosten van een dwangbevel in rekening kunnen worden gebracht.

Op 5 november 2021 heeft de Hoge Raad het arrest ECLI:NL:HR:2021:1510, V-N 2021/48.18 gewezen. Hieruit is af te leiden dat in situaties waarin kosten van het dwangbevel niet óp het dwangbevel worden vermeld, dit niet betekent dat de kosten niet rechtsgeldig in rekening zijn gebracht. De kosten kunnen ook in rekening worden gebracht door vermelding op de akte van betekening. De ontvanger krijgt in die gevallen echter geen executoriale titel voor die kosten op het dwangbevel.

Doordat de uniforme titel zoals bedoeld in art. 12 Richtlijn 2010/24/EU geen dwangbevel is conform art. 4:114 Awb, is art. 4:122 Awb niet van toepassing op kosten voor de berekening van de uniforme grondslag. Voor de berekening van de uniforme titel met bevel tot betaling moet worden aangesloten bij art. 3 lid 2 KIR. De betekeningskosten moeten op de akte van betekening worden vermeld, omdat het niet mogelijk is om die kosten op de uniforme titel zelf te vermelden. Dwanginvordering van de betekeningskosten van de uniforme titel kan alleen plaatsvinden na verkrijging van een separate executoriale titel.

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:122

Algemene wet bestuursrecht 4:114

[Nieuwsbron]

Rubriek: Invordering

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 12 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

207

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen