De Kennisgroep overdrachtsbelasting stelt dat een goederenrechtelijk beding dat onderdeel is van een recht van erfpacht niet kwalificeert als een verkoopregulerend beding. De maatstaf van heffing ex. art. 9 lid 5 Wet BRV is dan niet van toepassing.

Gemeente X converteert een tijdelijk recht van erfpacht in een eeuwigdurend recht van erfpacht met volledige afkoop van de canon. In de daarvoor benodigde akten zijn bedingen opgenomen die goederenrechtelijke werking hebben. De hoogte van de koopsom voor het recht van erfpacht baseert de Gemeente X op een grondprijs die lager is dan de grondwaarde op het tijdstip van verkrijging. Aan de kennisgroep wordt de vraag gesteld of een goederenrechtelijk beding in erfpachtvoorwaarden kwalificeert als een verkoopregulerend beding ex. art. 9 lid 5 Wet BRV. De kennisgroep beantwoordt de vraag ontkennend. Art. 9 lid 5 Wet BRV is alleen geschreven voor verkoopregulerende bedingen die onderdeel zijn van een (obligatoire) overeenkomst die aan de verkrijging van het recht van erfpacht ten grondslag ligt. De gemeente X dient de hogere waarde in het economische verkeer voor het geconverteerde recht van erfpacht in aanmerking te nemen in plaats van de tegenprestatie.

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 9

[Nieuwsbron]

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 12 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

163

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen