Voor een toekomstige uitgaaf met betrekking tot het nog niet aangenomen wetsvoorstel Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing kan volgens de Kennisgroep winstbepaling een voorziening worden gevormd, omdat aan alle vereisten van het Baksteenarrest wordt voldaan.

Op basis van Verordening (EU) 2022/1854, die op 8 oktober 2022 in werking trad, dienen lidstaten een inframarginale elektriciteitsheffing in te voeren. Eind januari 2023 is het conceptwetsvoorstel voor de Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing gepubliceerd. Het wetsvoorstel werkt terug over de periode december 2022 tot en met juni 2023. Het wetsvoorstel is op 21 november 2023 ingediend bij de Tweede Kamer (V-N 2023/54.16).

De heffing moet ingaan op 1 december 2022 en loopt in beginsel tot en met 30 juni 2023. Zonder tussentijdse verlenging van het tijdvak wordt de uiterste datum voor het doen van aangifte en afdracht 30 juni 2024. De uitgaaf voor de heffing vindt plaats in 2024, maar wordt opgeroepen door de bedrijfsvoering in december 2022 en de eerste helft van 2023.

Voor de toekomstige uitgaaf in verband met de inframarginale elektriciteitsheffing kan een voorziening worden gevormd, omdat aan alle eisen van het Baksteenarrest wordt voldaan. De dotatie aan de te vormen voorziening kan niet hoger zijn dan de uitgaaf die wordt opgeroepen door de bedrijfsvoering van het betreffende boekjaar.

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 27 november

Informatiesoort: VN Vandaag

313

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen