De Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting stelt dat de inhoudingsvrijstelling in de Wet Dividendbelasting van toepassing is als een moedermaatschappij van een fiscale eenheid dividend uitkeert op aandelen die in het bezit zijn van een van haar gevoegde dochtermaatschappijen.

In de aan de kennisgroep voorgelegde casus gaat het om een beursgenoteerde moedermaatschappij die samen met haar dochtermaatschappij een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting vormt. De dochtermaatschappij kent aan werknemers opties toe. Ter afdekking van haar verplichtingen uit hoofde van het optieplan koopt zij op de beurs aandelen in haar moedermaatschappij. Na aankoop van de aandelen vindt een dividenduitkering aan de dochtermaatschappij plaats. Aan de kennisgroep is gevraagd of op deze dividenduitkering binnen de fiscale eenheid de inhoudingsvrijstelling van toepassing is. De kennisgroep stelt dat in dergelijke situaties de inhoudingsvrijstelling toepassing vindt. Er wordt namelijk zowel via grammaticale interpretatie als teleologische interpretatie voldaan aan de voorwaarden van de inhoudingsvrijstelling. De toepassing van de inhoudingsvrijstelling in casu is in lijn met de doelstelling van de vrijstelling, namelijk het onnodig inhouden van dividendbelasting in concernverhoudingen achterwege laten.

Wetsartikelen:

Wet op de dividendbelasting 1965 4

[Nieuwsbron]

Rubriek: Dividendbelasting

Editie: 5 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

564

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen