De diensten met betrekking tot valpreventie door een fysiotherapeut zijn niet vrijgesteld van BTW. De (groeps-) training heeft geen therapeutisch doel. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep omzetbelasting OVI.
Fysiotherapeut X geeft groepstrainingen aan ouderen gericht op valpreventie. Een huisarts screent of mensen voor de training in aanmerking komen. De fysiotherapiepraktijk doet een uitgebreide intake, screening en metingen. X richt zich op het voorkomen van valrisico bij ouderen en niet op de mogelijke (medische) oorzaken daarvan.
Volgens de kennisgroep kan een preventief doel als therapeutisch worden opgevat wanneer daarmee een ziekte, een letsel of een gezondheidsprobleem wordt afgewend, tegengegaan of voorkomen of een latent of in de kiem aanwezige ziekte wordt opgespoord (zie HvJ 10 juni 2010, C‑262/08 (CopyGene A/S), ECLI:EU:C:2010:328, V-N 2010/32.20). Een louter onzeker verband met een ziekte, zonder concreet risico van aantasting van de gezondheid, is in dit opzicht niet voldoende (zie HvJ 4 maart 2021, C-581/19 (Frenetikexito – Unipessoal Lda), ECLI:EU:C:2021:167, V-N 2021/12.20.16).
Bij valpreventie is slechts sprake van een algemeen preventief doel, zonder concreet risico van aantasting van de gezondheid. Daarnaast is de vrijstelling alleen van toepassing als een gezondheidskundige dienst persoonlijk en rechtstreeks wordt verricht aan individuele patiënten, groepsbehandelingen zijn uitgesloten.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 22 mei
Informatiesoort: VN Vandaag