Belanghebbende, X, scheidt in 1986 van zijn vrouw, A, en emigreert eind 2004 naar Thailand. Naar aanleiding van een klikbrief, stelt de inspecteur een onderzoek in. Hieruit blijkt dat X slechts tweemaal per jaar, met vakantie, naar Thailand gaat, en nog steeds, in Nederland, samenwoont met A. X is volgens de inspecteur dan ook binnenlands belastingplichtig en legt een IB-navorderingsaanslag 2005 op aan X.
Hof Amsterdam oordeelt dat de woonplaats van X in Nederland is gelegen, en niet in Thailand. Het hof overweegt daarbij dat in de procedures over de jaren 2006-2008 is vastgesteld dat X in Nederland woont, en dat X in die procedures geen enkel relevant bewijsstuk heeft ingebracht dat zijn stelling staaft dat hij in Thailand woont. De in de onderhavige procedure overgelegde verklaringen (Attestaties de Vitae, verklaringen van de huisarts en een verblijfsvergunning) brengen het hof ook niet tot het oordeel dat de woonplaats van X in Thailand ligt. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4