Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt ook in hoger beroep dat de scholingskosten niet aftrekbaar zijn. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
X is docent natuurkunde en volgt van 2007-2014 een masteropleiding Natuurkunde die hij in 2014 staakt. Van een aan X hiervoor toegekende subsidie betaalt X in 2016 daarom een bedrag terug. X voert in bezwaar voor het belastingjaar 2016 scholingsuitgaven op van € 80.043 (met name gemiste arbeidstijd). Ook verzoekt X om ambtshalve verminderingen van de aanslagen IB 2013 en 2014, welke ook worden verleend. Uiteindelijk verzoekt X in hoger beroep alsnog om de aftrek.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2022/11.1.3) oordeelt dat de gemiste arbeidstijd geen drukkende uitgave vormt en evenals de reiskosten niet in de limitatieve opsomming van scholingsuitgaven staat vermeld. De eerdere verminderingen geven geen toegang tot het vertrouwensbeginsel. Er is geen sprake van een uitdrukkelijk en gemotiveerd voorleggen van de kwestie aan de inspecteur. Het verlies van de studiepunten is verder, aldus het hof, geen aantasting van het EVRM-eigendomsrecht. Het hof oordeelt ten slotte dat de rechtbank niet verplicht was om prejudiciële vragen te stellen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.27