Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de aanmaningskosten die hem ter zake van een naheffingsaanslag loonheffing in rekening is gebracht. X stelt de inspecteur in gebreke wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. De inspecteur doet uitspraak op het bezwaar tegen de aanmaningskosten en beslist een aantal weken later dat X geen dwangsom toekomt. Tegen deze beslissing maakt X bezwaar. De ontvanger verklaart dit bezwaar gegrond, kent een dwangsom toe en tevens een kostenvergoeding van € 59 (wegingsfactor 0,25).
Hof Amsterdam oordeelt dat de ontvanger in de uitspraak op bezwaar tegen het niet verlenen van een dwangsom kon volstaan met een kostenvergoeding van € 59. De gemachtigde heeft in het bezwaar in wezen enkel een beroep hoeven te doen op de onjuiste vaststelling door de ontvanger dat de beslistermijn nog niet was verstreken. Ook als dit het gevolg was van een telfout van de ontvanger, of van een verkeerde of onzorgvuldige interpretatie door de ontvanger van de wet, dan nog is een wegingsfactor van 0,25 voldoende, aldus het hof.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 2-1-a
Algemene wet bestuursrecht 7:15