Rechtbank Gelderland oordeelt dat X voor de kraamzorg die zij verleent via een zorgkantoor niet kan worden beschouwd als ondernemer voor de inkomstenbelasting. 

Belanghebbende, X, verricht kraamzorgwerkzaamheden en AWBZ-zorg. X beschikt over een VAR-wuo voor de AWBZ-(kraam)zorg die zij rechtstreeks verleent zonder tussenkomst van zorgaanbieders. In geschil is of X ook voor het leveren van kraamzorg via een zorgkantoor recht heeft op een VAR-wuo voor het jaar 2014.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X voor de kraamzorg die zij verleent via een zorgkantoor niet kan worden beschouwd als ondernemer voor de inkomstenbelasting. De inspecteur heeft X ter zake terecht een VAR-wuo onthouden. De rechtbank overweegt dat X bij deze werkzaamheden onvoldoende zelfstandigheid bezit ten opzichte van haar opdrachtgevers. Daarbij neemt de rechtbank onder meer in aanmerking dat X geen overeenkomst sluit met de zorgbehoevende, dat het de instellingen zijn die doorgaans de zorgafnemers aanbrengen en dat X geen debiteurenrisico loopt. De positie van X laat zich beter vergelijken met die van een oproep-/uitzendkracht dan met een ondernemer, aldus de rechtbank. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 8 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen