Hof Amsterdam oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat partijen op de zitting bij wijze van totaalcompromis zijn overeengekomen dat de onderhavige VPB-correctie in stand blijft.

Y heeft een schuld van meer dan € 5 mln. aan X bv, waarin hij alle (aandeel)certificaten houdt. X bv scheldt in 2014 € 54.940 rente kwijt en trekt dit verlies af van haar winst. Volgens Hof Den Haag is de kwijtschelding niet ingegeven door zakelijke motieven. Zo heeft X bv nagelaten een positieve hypotheekverklaring in te roepen en wist X bv dat Y een schenking van € 100.000 aan zijn nieuwe echtgenote, Z, had gedaan. De Hoge Raad (18 december 2020, 19/05006, V-N 2020/65.10) oordeelt dat onbegrijpelijk is, waarom X bv zich had moeten beroepen op een positieve hypotheekverklaring, terwijl niet in geschil is dat er geen (schriftelijke) leenovereenkomst was opgemaakt. Volgt verwijzing.

Hof Amsterdam oordeelt dat partijen op de zitting bij wijze van totaalcompromis zijn overeengekomen dat de onderhavige VPB-correctie in stand blijft. De procedures in de IB-sfeer van Y en Z worden door dit compromis ook beëindigd. De inspecteur trekt zijn hoger beroepen namelijk in. Y en Z krijgen ook nog een proceskostenvergoeding van € 1869.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 4 augustus

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen