X doet BPM-aangifte voor een VW Golf met schade. In het taxatierapport is hiertoe op de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat de schade in mindering gebracht. X wil later alsnog marge- en ex-rental correcties toepassen. Volgens Rechtbank Gelderland maakt X niet aannemelijk dat teveel BPM is voldaan. In hoger beroep stellen partijen dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk had moeten verklaren.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat slechts (hoger) beroep kan worden ingesteld door degene die de BPM op aangifte heeft voldaan of tot wie de voor bezwaar vatbare beschikking – waarmee voldoening op aangifte voor de mogelijkheid van beroep wordt gelijkgesteld - zich richt. In beide gevallen is dit een andere persoon, zodat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Een inhoudelijke behandeling blijft achterwege. De stelling dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk had moeten verklaren kan dus ook in het midden blijven. De redelijke termijn wordt vanwege de Corona-crisis met vier maanden verlengd, zodat er geen immateriëleschadevergoeding wordt vastgesteld.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 26a
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 augustus