De heer X woont sinds 1997 met tussenpozen officieel in Nederland. Op 29 juli 2017 wordt bij een controle geconstateerd dat X een BMW met Pools kenteken bestuurt. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting van € 2847 over de periode van 20 november 2015 tot en met 28 juli 2017, alsmede de 100% verzuimboete. Volgens X had hij de auto slechts enkele uren gebruikt. De auto is namelijk eigendom van zijn in Polen wonende dochter, die toen op vakantie in Nederland was. De inspecteur bestrijdt dit met een ambtsedige verklaring waarin staat dat de auto sinds eind 2015 tot en met 2017 met regelmaat is aangetroffen bij de woning van X.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de ambtsedige verklaring. De boete is ook passend en geboden, ondanks dat X heeft verklaard slechts € 750 per maand te verdienen. Dit is door hem namelijk niet met stukken onderbouwd. Bovendien verklaart de inspecteur dat regelmatig ambtshalve IB-aanslagen aan X zijn opgelegd. De lange naheffingstermijn is ook geen aanleiding om de boete te matigen. De naheffingstermijn vloeit namelijk rechtstreeks voort uit de wet. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 2012 34
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 2 mei