Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de memorie van antwoord bij het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (DAC6) naar de Eerste Kamer gestuurd. De staatssecretaris gaat in op de door de Eerste Kamerleden gestelde vragen.

Een eerste versie van de aangekondigde (dynamische) leidraad zal verschijnen in het eerste kwartaal van 2020. De leidraad bevat een aantal duidelijke, concrete constructies waarvan zal worden aangeven of zij wel of juist niet aan (een van) de wezenskenmerken voldoen en derhalve wel (of juist niet) moeten worden gemeld. Het kabinet kiest ervoor om een leidraad op te stellen in plaats van heldere bepalingen in de wet zelf te formuleren. Dit is conform de richtlijn (EU) 2018/822. Ook de richtlijn bevat bewust geen vastomlijnde definitie van de begrippen. In de richtlijn is invulling aan een begrip gegeven via een systeem van wezenskenmerken. Als een van de begrippen vastomlijnd zou worden gedefinieerd, bestaat het risico dat constructies doelbewust zó worden vormgegeven dat zij (net) niet hoeven te worden gemeld.

In de overgangsperiode tussen 25 juni 2018 en 1 juli 2020 zal terughoudend worden omgegaan met het opleggen van sancties. Dit betekent dat alleen een boete zal worden opgelegd in gevallen waarin het duidelijk is dat de meldingsplichtige de onderhavige verplichtingen ten aanzien van de overgangsperiode opzettelijk of grofschuldig niet nakomt. Op de vraag over de spanningsverhouding tussen open normen en sanctiebepalingen merkt de bewindsman op dat een boete niet aan de orde is als sprake is van een pleitbaar standpunt.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht, Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 3 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen