Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de nabetaling terecht tot het inkomen van 2010 is gerekend, ook al heeft de betaling deels betrekking op 2009. De advocaatkosten van de heer X zijn ook niet aftrekbaar.

Belanghebbende, de heer X, krijgt in 2009 een conflict met zijn oude werkgever. Volgens zijn oude werkgever komt X vanaf 1 mei 2009 niet meer in aanmerking voor een (inkomens)suppletieregeling. Na tussenkomst van de kantonrechter voldoet de oude werkgever in 2010 alsnog € 10.845. Hierop is € 4.338 aan loonheffing ingehouden. Het netto-deel (€ 6.507) is uitbetaald aan de advocaat van X. Deze heeft het volledig verrekend met zijn vordering op X. In geschil is de IB-aanslag over 2010. Volgens Rechtbank Gelderland behoort de nabetaling tot het inkomen van 2010. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de nabetaling terecht tot het inkomen van 2010 is gerekend, ook al heeft de betaling deels betrekking op 2009. Er is namelijk niet gesteld of gebleken dat het loon deels in 2009 ter beschikking was gesteld, rentedragend was geworden of vorderbaar en inbaar was geworden. X bepleit ook vergeefs aftrek van zijn advocaatkosten. De Wet IB 2001 voorziet niet in de mogelijkheid om deze kosten als kosten tot verwerving of behoud van arbeidsinkomen in aftrek te brengen (zie HR 10 augustus 2007, nr. 41.000, V-N 2007/38.1). Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 10

Wet inkomstenbelasting 2001 3:81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 27 september

46

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen