Belanghebbende, X bv, ontvangt van Senternovem een verklaring speur- en ontwikkelingswerk voor de maanden juli tot en met december 2006. De verklaring bevat echter een onjuist loonheffingnummer. In haar aangifte loonheffing past X bv voor de genoemde maanden de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk toe. Op verzoek van X bv bevestigt Senternovem per brief dat in de genoemde verklaring speur- en ontwikkelingswerk ten onrechte niet het loonheffingnummer van X bv genoemd is. In juni 2008 dient X bv een correctiebericht in bij de Belastingdienst waarin zij voor het hele jaar 2006 de afdrachtvermindering toepast. In 2011 verzoekt de Belastingdienst X bv een correctiebericht in te dienen over de maanden waarin zij de afdrachtvermindering heeft toegepast. Als X bv dit weigert, omdat zij zegt dat ze niet langer over de loonadministratie voor 2006 beschikt, legt de inspecteur de in geschil zijnde naheffingsaanslag loonheffing op.
Rechtbank 's-Gravenhage acht het niet in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel dat de inspecteur in 2008 op basis van een correctiebericht van X bv een teruggaaf heeft verleend vanwege een afdrachtvermindering en in 2011 voor hetzelfde bedrag een naheffingsaanslag heeft opgelegd. Volgens de rechtbank was de inspecteur niet verplicht om het correctiebericht van X bv uit 2008 te toetsen aan de gegevens waarover hij beschikte. Verder is de rechtbank niet gebleken dat de inspecteur een toezegging heeft gedaan. De rechtbank merkt nog wel op dat de Belastingdienst aan X bv een aanzienlijke tegemoetkoming heeft verleend door geen heffingsrente in rekening te brengen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 13 februari