Hof Amsterdam handhaaft de navorderingsaanslag IB/PVV die is opgelegd vanwege onterecht afgetrokken ziektekosten. Het hof kent X wel schadevergoeding toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaar- en beroepsfase.
X claimt in zijn aangifte IB/PVV 2015 aftrek van specifieke zorgkosten. De aanslag IB/PVV 2015 wordt op 28 mei 2016 overeenkomstig de aangifte vastgesteld. De Belastingdienst start in 2015 een onderzoek naar de door het kantoor van de gemachtigde van X ingediende aangiften IB/PVV vanwege het hoge percentage aangiften met zorgkosten. Eerst wordt een beperkt onderzoek ingesteld. Vanaf begin 2016 wordt het onderzoek bij het kantoor van de gemachtigde uitgebreid. In maart 2017 krijgt ook X een vragenbrief betreffende de in zijn aangifte IB/PVV afgetrokken ziektekosten. Na beantwoording van de vragen legt de inspecteur X in juni 2017 een navorderingsaanslag IB/PVV 2015 op.
Hof Amsterdam beslist dat de inspecteur bij het opleggen van de aanslag niet hoefde te twijfelen aan de juistheid van de ingediende aangifte. Er is geen sprake van een ambtelijk verzuim dat navordering in de weg staat. Dat X naar aanleiding van de vragenbrief van 14 maart 2017 geen (afdoende) bewijs kon leveren over de in de aangifte opgenomen aftrekposten vormt voor de inspecteur het voor de navorderingsaanslag vereiste nieuwe feit. De navorderingsaanslag blijft in stand. Wel krijgt X immateriële schadevergoeding toegekend vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaar- en beroepsfase. In die zin is het hoger beroep gegrond.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 18 januari