Belanghebbende, X bv, ontvangt door toedoen van een frauderende ambtenaar een teruggaaf dividendbelasting van € 19,5 miljoen. X bv had op die teruggave feitelijk geen recht. Op de dag van ontvangst is het grootste deel overgemaakt naar Turkse bankrekeningen. Er lopen strafprocedures tegen de betreffende ambtenaar en zijn medeplichtige. In geschil is of terecht een VPB-navorderingsaanslag is opgelegd van € 19,5 miljoen. Niet in geschil is dat de ambtenaar fraude heeft gepleegd en dat daartoe opzettelijk onjuiste gegevens in de systemen van de Belastingdienst zijn ingevoerd. Volgens Rechtbank Gelderland is navordering mogelijk, aangezien er ten onrechte verrekening van dividendbelasting heeft plaatsgevonden. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt echter dat sprake is van een onverschuldigde betaling die alleen via de civiele rechter kan worden teruggevorderd. De Staatssecretaris van Financiën en X bv gaan in cassatie.
Advocaat-Generaal IJzerman is van mening dat de verminderingsbeschikking formeel geldig is, aangezien in het fiscale bestuursrecht geen sprake kan zijn van een rechtswege nietige aanslag of een van rechtswege nietige beschikking. Als een op zichzelf bevoegde ambtenaar ambtshalve een te hoge verminderingsbeschikking neemt, dan kan correctie plaatsvinden door middel van navordering. De A-G concludeert daarom tot gegrondverklaring van het beroep van de Staatssecretaris. Het beroep van X bv is volgens de A-G inhoudelijk ongegrond, aangezien het hof terecht slechts een forfaitaire proceskostenvergoeding aan haar heeft toegekend. Indien het hoger beroep van X bv later alsnog ongegrond wordt verklaard, dan zal er geen plaats meer zijn voor enige vergoeding van proceskosten, maar dat moet volgens de A-G worden afgewacht.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 22 mei