Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv rekening mag houden met een rentelast van € 450.000. Uit de afspraken die partijen hebben gemaakt blijkt namelijk dat wel rekening mag worden gehouden met de VPB-bate van € 212.000, waardoor de winst meer dan € 500.000 bedraagt.
X bv ligt in de clinch met de inspecteur over drie posten. De eerste post betreft de aftrek van rente op een lening van € 10 mln van de voormalige aandeelhouder van X bv. Partijen zijn overeengekomen dat slechts rente (van € 450.000) is verschuldigd als X bv een winst van meer dan € 500.000 behaalt. In 2011 verantwoordt X bv, naast de reguliere winst, een actieve belastinglatentie van € 295.000 en een VPB-bate van € 212.000. Volgens de inspecteur mag X bv met deze baten geen rekening houden in verband met de vaststelling of rente is verschuldigd. Het tweede geschilpunt betreft de vorming van een milieuvoorziening en het laatste de willekeurige afschrijving.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv rekening mag houden met een rentelast van € 450.000. Volgens de rechtbank blijkt uit de afspraken die partijen hebben gemaakt namelijk dat wel rekening mag worden gehouden met de VPB-bate van € 212.000, waardoor de winst meer dan € 500.000 bedraagt. Dat deze rente is kwijtgescholden is verder niet van belang. Ten aanzien van de milieuvoorziening stelt de rechtbank vast dat in 2000 is overeengekomen om deze op € 113.445 te bevriezen. De inspecteur heeft dan ten onrechte de volledige milieuvoorziening laten vrijvallen. De willekeurige afschrijving heeft de inspecteur terecht gecorrigeerd. De investeringen van X bv in airco-installaties, een overheaddeur en een demonteerbare keuken zijn volgens de rechtbank naar hun aard namelijk investeringen in de bedrijfsgebouwen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.30a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 22 mei
Focus: Focus