Belanghebbende, X, is financieel, juridisch en fiscaal specialist, met name op het gebied van het structureren, van koop en verkoop van ondernemingen. X woont in België en werkt samen met A, die in Nederland woont. Volgens de inspecteur beschikt X, in de persoon van A, over een vaste vertegenwoordiger in Nederland, en geniet X in Nederland belastbare inkomsten. Hof Amsterdam stelt vast dat de tussen X en A overeengekomen winstverdeling zakelijk is. Vervolgens rekent het hof 50% van de genoten winst aan X toe. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de zakelijke winstverdeling niet uitsluit dat een deel van de winst van X wordt behaald met behulp van een vaste inrichting, die geacht wordt te bestaan wegens de werkzaamheden die A verricht als vaste vertegenwoordiger. Volgens de Hoge Raad is een dergelijke winsttoerekening namelijk toegestaan op grond van art. 7 Verdrag NL - België. Verder merkt de Hoge Raad nog op dat de inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt mag stellen dat de winst van X voor de helft is behaald met behulp van A als vaste vertegenwoordiger.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 7.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 22 juli