De Hoge Raad oordeelt dat X recht heeft op een proceskostenvergoeding. Volgens de Hoge Raad valt niet in te zien waarom de regeling voor een vergoeding van de proceskosten ex art. 15 lid 3 Landsverordening op het beroep in belastingzaken bij het intrekken van een beroep niet geldt bij een prematuur ingediend beroepschrift.

X maakt bezwaar tegen de aan hem opgelegde navorderingsaanslagen IB en premie Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten. X gaat vervolgens in beroep. De inspecteur doet alsnog uitspraken op bezwaar, waarbij hij volledig tegemoet komt aan de bezwaren. X trekt de beroepen vervolgens in, en verzoekt om vergoeding van de proceskosten en het griffierecht. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao kent daarop een vergoeding toe voor de proceskosten en het griffierecht. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba stelt vast dat het beroep van X prematuur is, dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, en dat dan geen recht op een proceskostenvergoeding bestaat.

De Hoge Raad oordeelt dat X recht heeft op een proceskostenvergoeding. Volgens de Hoge Raad valt niet in te zien waarom de regeling voor een vergoeding van de proceskosten bij het intrekken van een beroep niet geldt bij een prematuur ingediend beroepschrift.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 juli

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen