De inspecteur wijst de bezwaarschriften tegen de box 3-heffing over spaargeld af en handhaaft de opgelegde aanslagen inkomstenbelasting. Dat blijkt uit de collectieve uitspraak die in de Staatscourant is gepubliceerd.

Het gaat om bezwaarschriften die zijn aangemerkt als massaal bezwaar (V-N 2015/44.6) Hier speelde de vraag of de vermogensrendementsheffing op spaarsaldi in strijd is met art. 1 Eerste Protocol EVRM. Op 14 juni 2019 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in zes geselecteerde zaken (V-N 2019/30.5). De Hoge Raad oordeelt dat het destijds door de wetgever veronderstelde rendement van 4% voor de jaren 2013 en 2014 op stelselniveau niet meer haalbaar was zonder dat belastingplichtigen daar (veel) risico voor hoeven te nemen. De Hoge Raad grijpt echter niet in en laat de aanslagen in stand. De vraag of een individuele belastingplichtige in strijd met art. 1 EP EVRM wordt geconfronteerd met een individuele en buitensporige last valt buiten het bereik van de massaalbezwaarprocedure.

Tegen de collectieve uitspraak kan geen beroep worden ingesteld. Beroep is wel mogelijk door de inspecteur te verzoeken om deze uitspraak te vervangen door een individuele uitspraak op bezwaar.

Lees ook het thema Box 3.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 22 juli

119

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen