De Hoge Raad oordeelt dat uit het arrest van het HvJ EU volgt dat de betreffende vermakelijkheidsdiensten plaatsvinden in het land waar de organisator en aanbieder ervan de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd van waaruit hij de dienst verricht.

X exploiteert vanuit Nederland websites die tegen betaling live interactieve erotische webcamsessies aanbieden. De bezoekers van de websites bevinden zich in Nederland. X sluit arbeidsovereenkomsten met modellen op de Filippijnen en stelt aan hen soft- en hardware ter beschikking. Voor de btw-heffing is in geschil waar de plaats van dienst is. X stelt dat dit op de Filippijnen is, zodat Nederland niet heffingsbevoegd is en de naheffing over 2006 tot en met 2009 en de boete niet terecht zijn. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de diensten plaatsvinden op de Filippijnen, waar de modellen hun webcamsessies verrichten. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. De Hoge Raad (22 september 2017, 15/04171, V-N 2017/48.16) stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU (8 mei 2019, C-568/17, Geelen, V-N 2019/23.14).

De Hoge Raad oordeelt dat uit het arrest van het HvJ EU volgt dat de betreffende vermakelijkheidsdiensten plaatsvinden in het land waar de organisator en aanbieder ervan de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd van waaruit hij de dienst verricht. De diensten van X moeten dus in Nederland in de btw-heffing worden betrokken. Het beroep van de staatssecretaris met betrekking tot de boete kan niet tot cassatie leiden. Het hof heeft X namelijk op rechtskundige gronden in het gelijk gesteld, zodat er vanuit moet worden gegaan dat hij een pleitbaar standpunt had. Het beroep van de staatssecretaris is gegrond. De uitspraak van het hof wordt vernietigd, maar uitsluitend voor zover het de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente betreft. De uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant wordt in zoverre bevestigd (zie V-N 2014/31.2.3).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 juli

182

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen