Belanghebbende, X, exploiteert een eenmanszaak onder de naam A. De onderneming houdt zich bezig met advertentieacquisities. A benadert telefonisch bedrijven en stuurt een factuur naar bedrijven die hun bedrijfsgegevens in de bedrijvengids ‘K' willen laten vermelden. Als de factuur niet wordt betaald, ontbindt A de overeenkomst en maakt zij een creditnota op met dezelfde datum als die van de oorspronkelijke factuur. Volgens X is dan per saldo geen btw verschuldigd. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een btw-naheffingsaanslag op aan X. Volgens de inspecteur is de btw namelijk ten onrechte gesaldeerd.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X de op de creditnota's vermelde btw niet in aftrek kan brengen op de verschuldigde btw. Volgens de rechtbank is de btw op de creditnota's namelijk niet door een andere ondernemer, ter zake van door hem aan X verrichte leveringen en verleende diensten, op een factuur in rekening gebracht. De rechtbank wijst er vervolgens op dat X, voor de teruggaaf van deze btw, een verzoek ex art. 29 Wet OB had moeten indienen. De naheffingsaanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 24 juni