Kennisgroep successiewet stelt dat over een door een werkgever verstrekte overlijdensuitkering van drie maandsalarissen erfbelasting is verschuldigd over twee maandsalarissen.

A en B wonen samen en hebben een notarieel samenlevingscontract met wederzijdse zorgverplichting. Na het overlijden van A keert zijn werkgever drie maandsalarissen uit aan B. De kennisgroep wordt gevraagd of over deze uitkering erfbelasting is verschuldigd. Van belang is om een onderscheid te maken tussen overlijdensuitkeringen van één maand die werkgevers moeten uitkeren omdat het Burgerlijk Wetboek dat voorschrijft én overlijdensuitkeringen die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst. Over de wettelijke verplichte uitkering van één maand is geen erfbelasting verschuldigd, omdat geen sprake is van een verkrijging krachtens erfrecht. Overlijdensuitkeringen van meer dan één maandsalaris die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst, zijn belast met erfbelasting. Dan is sprake van een verkrijging op grond van een derdenbeding, hetgeen leidt tot een fictieve verkrijging door de verkrijger. Een overlijdensuitkering van maximaal drie maandsalarissen wordt niet als loon aangemerkt. Bij een uitkering van meer dan drie maandsalarissen is het meerdere belast met loonbelasting. Over het meerdere wordt geen erfbelasting geheven.

In de onderhavige casus is over de tweede en derde maandsalaris erfbelasting verschuldigd.

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 7:674

Wet op de loonbelasting 1964 11

Successiewet 1956 13

[Nieuwsbron]

Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Loonbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 7 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

549

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen