Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur in redelijkheid mocht uitgaan van de juistheid van het namens X Ltd. (mede) door een gerenommeerd belastingadvieskantoor gepresenteerde gegeven dat X Ltd. was gevestigd op Cyprus. Er is sprake van een nieuw feit.

X Ltd. is opgericht naar het recht van Cyprus. De aandelen van Z nv, de moedervennootschap van X Ltd., zijn in handen van A. X Ltd. houdt twee vorderingen. Een van € 21 mln op een zustervennootschap, en een van € 29,3 mln op A in verband met de overdracht van een aandelenportefeuille. In 2012 draagt X Ltd. de vordering over aan Z nv. De vordering bedraagt op dat moment € 36,2 mln, terwijl de aandelenportefeuille € 19,6 waard is. X Ltd. scheldt het verschil tussen de waarde van de vordering en de waarde van de aandelenportefeuille kwijt. Naar aanleiding van een in 2015 door de inspecteur ingesteld onderzoek, stelt hij dat de vestigingsplaats van X Ltd. in Nederland is gelegen, en legt hij VPB-navorderingsaanslagen over de jaren 2006 - 2010 op aan X Ltd. In geschil is of de inspecteur beschikt over een nieuw feit.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur in redelijkheid mocht uitgaan van de juistheid van het namens X Ltd. (mede) door een gerenommeerd belastingadvieskantoor gepresenteerde gegeven dat X Ltd. was gevestigd op Cyprus. Niet van belang is dat de inspecteur wist dat het bestuur werd gevormd door een trustkantoor, dat de enige bezittingen van X bv twee omvangrijke vorderingen waren en dat X Ltd. haar vermogen in 2012 aan haar Nederlandse aandeelhouder heeft uitgekeerd. Aangezien op grond van deze informatie nog steeds de niet-onwaarschijnlijke mogelijkheid bestond dat de vestigingsplaats van X Ltd. zich op Cyprus bevond, hoefde de inspecteur geen nader onderzoek in te stellen. Ook is niet van belang dat de inspecteur pas in 2015 een vestigingsplaatsonderzoek heeft ingesteld op basis van informatie die hem in wezen reeds in 2013 bekend was. De in het kader van het vestigingsplaatsonderzoek aan het licht gekomen informatie vormt het nieuwe feit waarop de inspecteur zijn standpunt baseert dat X Ltd. niet, zoals voorgespiegeld, op Cyprus is gevestigd, maar in Nederland. Omdat de inspecteur de verlengde navorderingstermijn van 12 jaren mag toepassen, zijn de navorderingsaanslagen tijdig opgelegd. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

31

Gerelateerde artikelen