Belanghebbende, X, is sinds 17 augustus 2010 beherend vennoot van Carlande Dienstverlening cv. Stichting bedrijfstak pensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg legt in februari 2011 twaalf ambtshalve aanslagen Basispensioenregeling op aan Carlande. De aanslagen betreffen de periode februari 2010 - januari 2011. X wordt aansprakelijk gesteld voor de aanslagen. In geschil is of X aansprakelijk kan worden gesteld voor de vorderingen die vóór zijn aantreden als vennoot zijn ontstaan. De civiele kamer van Hof Amsterdam oordeelt dat X terecht aansprakelijk is gesteld. Volgens het hof is, voor de vaststelling van het moment waarop de schulden zijn ontstaan, noch het moment van de aanmelding van Carlande bij het Pensioenfonds, noch het moment van de oplegging van de aanslagen bepalend. Het hof overweegt daarbij dat Carlande pas op 15 september 2010 als verzekeringsplichtige onderneming bij het Pensioenfonds is aangemeld, en dat X toen al beherend vennoot was.
De civiele kamer van de Hoge Raad oordeelt dat de vorderingen van het Pensioenfonds op Carlande van rechtswege ontstonden op het moment waarop Carlande aan de voorwaarden voldeed voor verplichte deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds. Het oordeel van het hof is dan ook onjuist. Dit leidt er echter niet toe dat X niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de schulden die zijn ontstaan voor zijn aantreden als beherend vennoot bij Carlande. Volgens de Hoge Raad blijkt uit de strekking van de artikelen 18 en 19 lid 1 WvK dat de hoofdelijke verbondenheid van de vennoten alle schulden betreft die ten tijde van hun toetreding tot de vennootschap bestaan, of nadien ontstaan. De Hoge Raad wijst er hierbij ook op dat het aanvaarden van hoofdelijke aansprakelijkheid van (beherend) vennoten van een cv voor bij hun toetreden reeds bestaande verbintenissen van de vennootschap, ook de rechtszekerheid dient. Het is dan namelijk niet nodig om een onderzoek te doen naar het ontstaansmoment van verbintenissen van de vennootschap, met het oog op de vraag welke vennoot of vennoten daarvoor kan of kunnen worden aangesproken.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal ondernemingsrecht
Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Editie: 1 april