Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist in het kader van bestuurdersaansprakelijkheid dat een nieuwe melding van betalingsonmacht niet nodig is bij continue betalingsachterstand.

Belanghebbende, X, is (indirect) bestuurder van M bv die vanaf het jaar 2008 haar loonheffing- en omzetbelastingschulden steeds te laat betaalt. In februari 2012 treft X met de ontvanger vanwege betalingsproblemen een betalingsregeling voor twee naheffingsaanslagen van M bv. Over de tijdvakken maart 2012 tot en met juni 2012 zijn de in de aangiften aangegeven bedragen wederom niet door M bv (volledig) afgedragen respectievelijk voldaan. Gevolg zijn de opgelegde naheffingsaanslagen. In 2013 wordt M bv failliet verklaard. X wordt aansprakelijk gesteld voor de onbetaald gebleven naheffingsaanslagen omdat een schriftelijke melding van betalingsonmacht ontbreekt. X komt in beroep.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant was de ontvanger al in februari 2012op de hoogte van de betalingsonmacht van M bv. Uit het arrest van de Hoge Raad van 28 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:419, BNB 2014/100, V-N 2014/12.20,volgt dat een nieuwe melding van betalingsonmacht achterwege kan blijven, zolang nog sprake is van betalingsachterstand. Daarvan is hier volgens de rechtbank sprake. Indien de ontvanger had gemeend dat er geen sprake meer was van betalingsonmacht, omdat het betaalgedrag in lijn was gekomen met het gebruikelijke betaalbedrag, dan had hij dit aan M bv moeten mededelen. M bv behoefde geen nieuwe melding betalingsonmacht te doen. De beschikking aansprakelijkstelling wordt vernietigd.

Lees ook het thema Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen