Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel tot verhoging van het kindgebonden budget en het afschaffen van de inkomensondersteuning voor AOW’ers (IOAOW) (36208) naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het kabinet vindt dat met de voorgenomen stijging van de hoogte van de AOW, als gevolg van de koppeling aan de verhoging van het wettelijk minimumloon, in combinatie met de in het onderhavige wetsvoorstel voorgestelde afschaffing van de IOAOW, een goede balans is gevonden tussen verschillende groepen en generaties vanuit het perspectief van inkomensontwikkeling en betaalbaarheid.
Het verlagen van de IOAOW naar nul euro bij algemene maatregel van bestuur zou in strijd zijn met de wet. Art. 33a lid 5 Algemene Ouderdomswet regelt weliswaar dat bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot de hoogte, de indexering en de wijze van betaling van de inkomensondersteuning. Maar deze bepaling biedt geen ruimte om deze op 0 euro te zetten, omdat er dan feitelijk geen recht op IOAOW meer zou bestaan.
Gelet op de in het coalitieakkoord afgesproken wens om het toeslagenstelsel op termijn af te schaffen en het gegeven dat het kindgebonden budget hier onderdeel van uitmaakt, wordt deze kabinetsperiode nader onderzoek gedaan naar een alternatief voor het kindgebonden budget, zodat deze gereed is ten behoeve van een volgende formatie.
In december 2020 is de Eindrapportage ‘Alternatieven voor het toeslagenslagenstelsel’ met de Tweede Kamer gedeeld. Deze varianten zien ook op een breder bereik van regelingen dan de toeslagen zelf, waaronder die waarbij kinderbijslag en kindgebonden budget gezamenlijk in beeld zijn. De Tweede Kamer wordt hierover verder geïnformeerd in het voorjaar van 2024.
Lees ook het thema Wetsvoorstel verhoging kindgebonden budget en afschaffing IOAOW (36208).
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Dossiers: Prinsjesdag 2022
Regelgevende instantie: Staten-Generaal