Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag voor de wijziging van de Belastingregeling tussen Nederland en Curaçao (BRNC) naar de Tweede Kamer gestuurd. De wijzigingen van de BRNC zien op de implementatie van de minimumstandaarden uit het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-project.

Uit de nota blijkt onder andere dat Nederland zich conform het verdragsbeleid inzet voor opname van twee aanvullende maatregelen uit het BEPS-project. De eerste aanvullende maatregel houdt in dat voor de vrijstelling van bronbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden ten minste 365 dagen aan het vereiste bezitspercentage van 10% moet zijn voldaan. De tweede aanvullende maatregel betreft het in bepaalde gevallen toepassen van de verrekenings- in plaats van de vrijstellingsmethode.

Ook de invoering van ATAD2 komt aan bod. Hiermee wordt beoogd hybride mismatches tussen verschillende landen bij de fiscale kwalificatie van entiteiten te neutraliseren. Samenwerkingsverbanden die zijn aangegaan naar het recht van Aruba, Curaçao of Sint Maarten vallen volgens Van Rij niet onder dat begrip.

Er zijn vanaf 2018 geen zaken aangemeld voor de onderlinge overlegprocedure tussen Nederland en Curaçao. Er zijn ook geen zaken die in aanmerking komen voor arbitrage. Er wordt wel jaarlijks een aantal onderlinge overlegprocedures gevoerd en afgerond over inwonerschap van vennootschappen op basis van art 4 lid 5 BRNC.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen, Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 26 september

Informatiesoort: VN Vandaag

189

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen