Volgens de Kennisgroep loonheffing algemeen kan een werkgever rentevoordelen die een werknemer op basis van een personeelslening geniet aanwijzen als eindheffingsbestanddeel voor zover het rentevoordeel niet kwalificeert als aftrekbare kosten voor de eigen woning.
Aan de Kennisgroep loonheffing algemeen is de vraag voorgelegd of een werkgever het rentevoordeel dat een werknemer geniet als eindheffingsbestanddeel kan aanwijzen als de werknemer de lening aanwendt voor een thuisaccu, een laadpaal of een laadbox (een laadpunt aan de muur).
In de voorgelegde casus ging het om een werkgever die een werknemer een personeelslening met een niet-marktconforme lage rente verstrekte voor de aanschaf van een thuisaccu, laadpaal of laadbox. De werkgever kan volgens de kennisgroep het rentevoordeel met betrekking tot de personeelslening aanwijzen als eindheffingsbestanddeel voor zover het rentevoordeel niet kwalificeert als aftrekbare kosten voor de eigen woning. In casu vallen een thuisaccu en een laadbox niet onder de aftrekbare kosten voor de eigen woning, omdat deze geen onderdeel worden van de eigen woning door natrekking of bestanddeelvorming. Laadpalen worden daarentegen wel onderdeel van de eigen woning door natrekking. Het rentevoordeel op een personeelslening waarmee een thuisaccu of laadbox wordt aangeschaft kan daarom worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 31
Rubriek: Loonbelasting, Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 26 september
Informatiesoort: VN Vandaag