Belanghebbende, X, is bestuur van een bedrijf. X wordt voor een bedrag van € 111.722,05 aansprakelijk gesteld voor belastingschulden van het bedrijf. Na een (te laat) bezwaar van X vermindert de ontvanger de aansprakelijkstelling met € 15.942. In beroep wordt de aansprakelijkstelling verder verminderd naar een bedrag van € 74.811,05. X stelt vervolgens hoger beroep in. Hij klaagt erover bij de Nationale ombudsman dat de ontvanger weigert uitstel van betaling te verlenen gedurende het hoger beroep.
De Nationale ombudsman oordeelt dat de beslissing van de ontvanger om X geen uitstel van betaling te verlenen in overeenstemming is met het geldende invorderingsbeleid. De Belastingdienst heeft bij zijn afwijzing rekening gehouden met de lange tijd waarin de beschikking onbetaald is gebleven, de omvang van het openstaande bedrag, het ontbreken van verhaalsmogelijkheden, het feit dat X woonachtig is in België en het feit dat X de aangifte- en betalingsverplichtingen niet (voldoende) is nagekomen. Voor het niet-bestreden gedeelte weigert de ontvanger uitstel te verlenen, voor het betwiste gedeelte alleen indien X hiervoor zekerheid verstrekt. De beslissing van de ontvanger is volgens de ombudsman in overeenstemming met het beleid van de fiscus. Er is geen sprake van zodanig bijzondere omstandigheden dat de Belastingdienst van het beleid had moeten afwijken. De klacht van X is ongegrond.
Wetsartikelen: