Kamerstukken I 2015/16, 34302, B
Bij de parlementaire behandeling in 2011 is toegezegd dat de regering onmiddellijk ingrijpt wanneer de komende vier jaar blijkt dat deze wet en de middelen die de ontvanger ter beschikking staan onvoldoende verhinderen dat kwaadwillende belastingplichtigen door vertragingstechnieken middelen aan het zicht van de fiscus onttrekken of zelfs vertrekken. De staatssecretaris gaat in de brief ook in op de producten die zijn opgeleverd in het kader van de belastingplicht van overheidsondernemingen, de eventuele wenselijkheid van een bankenaandelenheffing en de belastinguitgaven. Over dit laatste onderwerp merkt de staatssecretaris op dat er momenteel onvoldoende draagvlak is om het aantal belastinguitgaven substantieel terug te dringen. Het kabinet blijft daar wel naar streven.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 21 september