X en zijn echtgenote Y kopen in 2008 een kavel grond. Zij willen op deze kavel een eigen woning stichten. In de koopovereenkomst is een ontbindingsclausule opgenomen. In december 2009 maken X en Y gebruik van deze clausule. X en Y financieren de aankoop van de kavel grond. X trekt een deel van deze financieringsrente over het jaar 2008 af als eigenwoningrente. De inspecteur weigert de aftrek. In geschil is of de kavel grond kwalificeert als een eigen woning in de zin van de Wet IB 2001.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK III, 16 december 2014, 13/00828,V-N 2015/13.2.1) oordeelt dat de kavel grond niet kwalificeert als eigen woning in de zin van de Wet IB 2001. De rente is niet fiscaal aftrekbaar als eigenwoningrente. Vanwege de ontbindingsclausule lopen X en Y niet het risico van waardedaling. Daardoor gaat de waardeverandering hen niet grotendeels aan. Daarnaast valt niet te verwachten dat de woning in 2010 gereed is voor bewoning. Voorts zijn de bouwactiviteiten nog niet begonnen. Om deze redenen kwalificeert de kavel grond niet als een eigen woning. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111