Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de gecombineerde heffingskorting terecht op € 4647 heeft vastgesteld. Bij de berekening van het toetsniveau hoeft geen rekening te worden gehouden met de doorwerkbonus. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X is over het jaar 2010 € 4647 aan IB/PVV verschuldigd. De gecombineerde heffingskorting waar X recht op heeft, bedraagt € 5654 (algemene heffingskorting: € 1987, arbeidskorting € 2273 en doorwerkbonus € 1394). De inspecteur beperkt de gecombineerde heffingskorting op grond van art. 8.8 Wet IB 2001 tot de gecombineerde inkomensheffing van € 4647. X stelt dat bij het berekenen van het toetsniveau van de gecombineerde heffingskorting van art. 8.9 Wet IB 2001 ook rekening moet worden gehouden met de doorwerkbonus. Volgens X bestaat er recht op uitbetaling van € 1007.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK III, 18 november 2014, 13/01076, V-N 2015/13.12) oordeelt dat de inspecteur de gecombineerde heffingskorting terecht op € 4647 heeft vastgesteld. Hij hoeft bij de berekening van het toetsniveau namelijk geen rekening te houden met de doorwerkbonus. Volgens het hof bedraagt het toetsniveau van art. 8.9 Wet IB 2001 € 4260 (€ 1987 aan algemene heffingskorting en € 2273 aan arbeidskorting). Vervolgens stelt het hof vast dat de gecombineerde heffingskorting (€ 4647) niet beneden het bedrag van het toetsniveau (€ 4260) ligt. Het hof volgt de door X bepleite uitleg van art. 8.9 Wet IB 2001 niet. De duidelijke tekst van art. 8.9 Wet IB 2001 laat volgens het hof geen ruimte voor de uitleg die X voorstaat. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.9

Wet inkomstenbelasting 2001 8.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 21 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen