X bv doet in februari 2012 BPM-aangifte inzake de registratie van een personenauto. Volgens de aangifte is € 3.395 verschuldigd. X bv betaalt dit op 14 februari 2012. Er is vervolgens op 11 april 2012 per fax bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte. De inspecteur verklaart het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. X bv gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de bezwaartermijn liep van 15 februari 2012 tot en met 27 maart 2012, zodat het bezwaar niet tijdig is ingediend. X bv stelt vergeefs dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat zij in verzuim is geweest, omdat de inspecteur haar onvoldoende heeft geïnformeerd. Het maakt niet uit dat er een rechtsmiddelverwijzing ontbrak op zowel het aangiftebiljet als het betaalbericht. Aangifte en voldoening van belasting zijn namelijk handelingen waarbij de inspecteur niet is betrokken. Over de weigering om de hardheidsclausule toe te passen, kan voorts uitsluitend een vordering bij de burgerlijke rechter worden ingesteld. Het hoger beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet inzake rijksbelastingen 22j
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 1 november