Rechtbank Den Haag oordeelt dat de doodlopende onverharde steeg waarin de geschorste auto stond niet kwalificeert als behorend tot en deel uitmakend van de openbare weg. De betreffende parkeerplaatsen zijn namelijk vanaf de straatzijde op geen enkele wijze zichtbaar. Een onbekende heeft er dus niet te zoeken.

De heer X is houder van een auto waarvan het kenteken is geschorst. Volgens de inspecteur is tijdens de schorsing gebruik van de weg gemaakt. Het gebruik zou hebben plaatsgevonden op het terrein waar X een opslagunit huurt. In geschil is of terecht een mrb-naheffingsaanslag, alsmede een 100% verzuimboete van € 699 is opgelegd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de doodlopende onverharde steeg waarin de auto stond niet kwalificeert als behorend tot en deel uitmakend van de openbare weg (zie HR 11 mei 2007, nr. 41.912, V-N 2007/23.23). De betreffende parkeerplaatsen zijn namelijk vanaf de straatzijde op geen enkele wijze zichtbaar. Een onbekende heeft er dus niet te zoeken. De welles-nietes standpunten van partijen of elders op het terrein al dan niet een ketting zou hebben gehangen, kunnen dus in het midden blijven. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 5

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Den Haag

8

Gerelateerde artikelen