Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Portugese regeling bij de invoer van tweedehands voertuigen in strijd is met het EU-recht. Door een wetswijziging kan namelijk een verschillend belastingtarief worden toegepast op tweedehands voertuigen van hetzelfde type, met dezelfde kenmerken en slijtage.

NM dient in 2021 een douaneaangifte in voor een personenauto met een plug-in hybride motor die in 2018 voor het eerst in Duitsland is geregistreerd. De douane berekent de verschuldigde belasting op € 2928. X stelt dat hij recht heeft op toepassing van een tariefsverlaging van 25%. Deze verlaging was namelijk van toepassing in Portugal in 2018 toen de auto in Duitsland werd geregistreerd. De Portugese rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Portugese regeling bij de invoer van tweedehands voertuigen in strijd is met het EU-recht. Door een wetswijziging kan namelijk een verschillend belastingtarief worden toegepast op tweedehands voertuigen van hetzelfde type, met dezelfde kenmerken en slijtage (soortgelijke producten). Het Hof van Justitie EU draagt de Portugese rechter op om te onderzoeken of de regeling er niet toe leidt dat de verkoop van nationale tweedehands voertuigen wordt bevoordeeld en de invoer van gelijksoortige tweedehands voertuigen wordt ontmoedigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 20 november

Informatiesoort: VN Vandaag

172

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen