Eiser, X, geniet in 2009 een bedrag van € 54 438 aan inkomsten uit tegenwoordige arbeid van A Ltd. uit Groot Brittannië. Op deze inkomsten is een bedrag van € 18 417 aan buitenlandse bronheffing ingehouden. De gemachtigde van X doet via een geautomatiseerd aangifteprogramma aangifte IB/PVV 2009. De gemachtigde geef de inkomsten aan onder vermelding van de landcode GBR. Bij het opleggen van een voorlopige aanslag hanteert de belastingdienst een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting die afwijkt van hetgeen het aangifteprogramma van X heeft berekend. Dit omdat de belastingdienst de verrekeningsmethode toepast en X de vrijstellingsmethode. Na een bezwaar van X corrigeert de inspecteur zijn fout. In geschil is of de belastingdienst terecht heeft geweigerd een proceskostenvergoeding aan X te betalen.
Rechtbank Leeuwarden stelt vast dat de verwerkingswijze van de aangifte door de belastingdienst leidt tot een onjuiste methode ter voorkoming van dubbele belasting bij het opleggen van de aanslag. Uit de feiten blijkt namelijk dat de fiscus automatisch de zogeheten verrekeningsmethode toepast wanneer een belastingplichtige naast het buitenlands inkomen en de landcode ook de buitenlandse belasting in zijn aangifte vermeldt. Het maakt hierbij niet uit of de belastingplichtige gebruikt maakt van de aangiftesoftware van de belastingdienst of van commerciële software. De aanvullende toelichting bij de aangifte op internet maakt melding van deze gang van zaken maar volgens de rechtbank kon van X niet worden verwacht dat hij deze aanvullende toelichting zou doorlezen. Op grond van het voorgaande is er sprake van aan de belastingdienst te wijten onrechtmatigheid. De proceskostenvergoeding bedraagt voor de bezwaarfase € 54,50 (wegingsfactor 0,25 wegens zeer lichte zaak) en voor de beroepsfase € 437 (twee proceshandelingen en wegingsfactor 0,5 wegens lichte zaak)
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Leeuwarden
Editie: 13 februari