Het kabinet heeft zijn reactie op het door de Europese Commissie gepresenteerde actieplan voor een nieuw vennootschapsbelastingstelsel in de Europese Unie aan de Tweede Kamer aangeboden.

Brief Staatssecretaris van Financiën, 6 juli 2015, nr. AFP/2015/536 U  

Het kabinet heeft zijn reactie op het op 17 juni 2015 door de Europese Commissie gepresenteerde ‘Actieplan voor een eerlijk en doeltreffend vennootschapsbelastingstelsel in de Europese Unie: vijf belangrijke actiegebieden', aan de Tweede Kamer aangeboden.

De Commissie beoogt met het actieplan de volgende doelen te bereiken:

  • 1. Het verband herstellen tussen de belastingheffing en de plaats waar de economische activiteit plaatsvindt;

  • 2. Waarborgen dat de lidstaten een correcte waardering kunnen maken van bedrijfsactiviteiten in hun rechtsgebied;

  • 3. Een concurrerend en groeivriendelijk vennootschapsbelastingklimaat in de EU tot stand brengen;

  • 4. De interne markt beschermen en waarborgen dat de EU zich bij externe kwesties op het gebied van vennootschapsbelasting krachtig opstelt om niet coöperatieve jurisdicties aan te pakken en de fiscale transparantie te vergroten.

Om de genoemde doelstellingen te verwezenlijken werkt de Commissie vijf actiegebieden uit. Die actiegebieden zijn de volgende:

  • 1. De CCCTB die volgens de Commissie een holistische oplossing voor winstverschuiving biedt;

  • 2. Waarborgen dat belasting daadwerkelijk wordt geheven waar de winsten worden gemaakt;

  • 3. Aanvullende maatregelen voor een beter belastingklimaat voor het bedrijfsleven;

  • 4. Verdere vooruitgang inzake fiscale transparantie;

  • 5. EU-instrumenten voor coördinatie.

In zijn reactie gaat het kabinet met name nader in op de vijf actiegebieden. Zo bijvoorbeeld stelt het kabinet met betrekking tot actiegebied 2 dat het kabinet voorstander is van het belasten van de winst waar waarde wordt gecreëerd. Dit hangt grotendeels samen met het belasten van de winst waar de activiteiten feitelijk plaatsvinden. Hierop wil de Commissie inzetten. Het kabinet vindt het echter te eenzijdig wanneer hierbij slechts gekeken wordt naar bijvoorbeeld aantallen werknemers of gemaakte kosten. Er moet dan nl. ook gekeken worden naar het belang van de functies die worden uitgeoefend, naar welke risico's er gelopen worden en naar welke activiteiten er worden ingezet om te bepalen waar de waarde daadwerkelijk wordt gecreëerd.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 8 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen