Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting tijdig heeft opgelegd. De inspecteur heeft niet onzorgvuldig gehandeld door eerst de btw-procedure af te wachten alvorens de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op te leggen.

B bv levert een appartement aan belanghebbende, X. B bv brengt btw in rekening en er wordt een beroep op de vrijstelling van overdrachtsbelasting gedaan. In haar btw-aangifte stelt B bv dat de levering btw-vrijgesteld is. De Hoge Raad vernietigt in zijn arrest van 13 maart 2013, nr. 11/03987, de aan B bv opgelegde btw-naheffingsaanslag. Naar aanleiding van het arrest legt de inspecteur op 20 december 2013 een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op aan X. X stelt dat de naheffingsaanslag te laat is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting tijdig heeft opgelegd. De rechtbank overweegt daarbij dat X het appartementsrecht in 2008 heeft verkregen en dat de inspecteur de aanslag binnen de vijfjaarstermijn heeft opgelegd. Verder overweegt de rechtbank nog dat de inspecteur zorgvuldig heeft gehandeld, door eerst de btw-procedure af te wachten alvorens de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op te leggen. De naheffingsaanslag overdrachtsbelasting blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 8 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen