X bv handelt in exclusieve "nieuwe"? auto's. X bv is geen erkende dealer, doch koopt via parallelimport auto's met Duitse kentekens in. X bv verkoopt deze auto's vervolgens door aan Nederlandse klanten. X bv heeft een vergunning van de inspecteur om voor de bpm maandaangiften te doen. Volgens X bv daalt de waarde van de auto's door de parallelimport extreem, aangezien de auto's niet meer nieuw en ongebruikt zijn. X bv stelt dat zij in de bpm-aangiften niet de door haar zelf berekende bpm kon aangeven, omdat anders haar vergunning zou worden ingetrokken. Medewerkers van de inspecteur berekenden op het aangiftepunt namelijk steeds hogere bruto bpm-bedragen. Het betreft de tijdvakken januari 2004 tot en met mei 2004 en het tijdvak juli 2004.

Rechtbank Arnhem oordeelt dat X bv vrij is geweest bij het invullen van de maandaangiften en dat de inspecteur er geen eigenhandige wijzigingen in heeft aangebracht. X bv heeft bewust gekozen voor het bezwaartraject, aangezien zij geen naheffingen en boetes wilde riskeren. De kentekens waren op dat moment ook al afgegeven. Van doorkruising van het wettelijke systeem is daarom geen sprake. Bovendien zou het X bv vrij hebben gestaan om ook tegen de eventuele intrekking van de vergunning een (spoed)procedure te entameren. De inspecteur stelt voorts terecht dat de onderhavige auto's vergelijkbaar zijn met die in HR 29 mei 2009, nr. 08/00824, V-N 2009/28.18, inzake de bpm-aangifte van X bv over juni 2004 en dat deze daarom moeten worden vergeleken met nieuwe auto's van hetzelfde merk en hetzelfde type in Nederland, omdat de auto's daarmee het meeste concurreren. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 13 februari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen