X maakt bezwaar tegen de haar opgelegde aanslag IB/PVV 2015. Middels die aanslag heeft de inspecteur enkele posten in de door X ingediende aangifte gecorrigeerd. In het bezwaarschrift staat vermeld dat X' bezwaar zich richt tegen die aangebrachte correcties. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het niet is gemotiveerd. De rechtbank beslist echter dat de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk had mogen verklaren. Het beroep van X is daarom gegrond. De rechtbank wijst de zaak echter niet terug naar de inspecteur maar voorziet zelf in de zaak. X komt in hoger beroep.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is het bezwaar van X ten onrechte wegens het ontbreken van een motivering niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank kon in dit geval afzien van de hoofdregel van terugwijzing naar de inspecteur. Het hof beslist dat X niet is benadeeld doordat de rechtbank zelf (inhoudelijk) in de zaak heeft voorzien. De inhoudelijke kant daarvan is zowel in de bezwaar- als beroepsfase aan de orde gekomen. Van belang is dat X zowel bij de inspecteur, rechtbank als bij het hof de kans aan zich voorbij heeft laten gaan om haar inhoudelijke bezwaren toe te lichten. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:72
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 28 januari