X komt in beroep tegen de WOZ-waarde van zijn woning. Hij stelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering onvoldoende rekening houdt met subjectieve aspecten als luxe en doelmatigheid.
Rechtbank Limburg oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering ten onrechte geen rekening houdt met subjectieve aspecten als luxe, doelmatigheid en uitstraling van woningen. De gemeente miskent dat deze zaken bij de waardering ook een rol spelen naast objectieve zaken als bouwjaar en grootte. Taxeren is immers geen geheel objectiveerbare mathematische wetenschap. Van een WOZ-taxateur wordt verwacht dat hij ook de subjectieve aspecten verwerkt in zijn taxatie. De gemachtigde van X houdt in zijn taxatie wél rekening met subjectieve aspecten, maar hanteert daarbij een zodanig fijnmazig systeem dat de (mate van) invloed van de diverse subjectieve aspecten slechts moeilijk is te onderbouwen. In dit concrete geval oordeelt de rechtbank dat de gemeente ondanks haar onjuiste uitgangspunten de WOZ-waarde van de woning van X wel aannemelijk maakt. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Limburg
Editie: 28 januari