X, belanghebbende, maakt bezwaar tegen 16 naheffingsaanslagen parkeerbelasting die zijn opgelegd aan bedrijf Y. De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam verklaart de bezwaren wegens het ontbreken van de gronden van bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk, waarna X beroep instelt.
Rechtbank Amsterdam verklaart de beroepen van X tegen 16 naheffingsaanslagen parkeerbelasting niet-ontvankelijk. In alle zaken zijn de naheffingsaanslagen opgelegd aan de kentekenhouder bedrijf Y. De beroepen zijn echter niet ingesteld door de kentekenhouder, maar door X. In de wet en rechtspraak is bepaald wie gerechtigd zijn om in parkeerbelastingzaken beroep in te stellen (onder meer de feitelijk parkeerder en de leasemaatschappij). In het dossier ontbreekt informatie waaruit blijkt dat X tot deze kring van beroepsgerechtigden behoort. De rechtbank heeft X in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat hij bevoegd was om in beroep te gaan, maar hier is geen reactie op ontvangen. De rechtbank heeft daardoor niet kunnen vaststellen of X bevoegd was om namens de kentekenhouder in beroep te gaan.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:1