Belanghebbende, X, wordt door de ontvanger op 24 oktober 2008 als bestuurder aansprakelijk gesteld voor een naheffingsaanslag omzetbelasting inclusief invorderingsrente van de onderneming A bv. Deze vennootschap is in 2004 failliet verklaard en is in 2005 ontbonden. Enig aandeelhouder en statutair bestuurder van deze bv is de zoon van X. In geschil is of de ontvanger het bezwaar van X tegen de beschikking aansprakelijkstelling terecht wegens overschrijding van de termijn niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Rechtbank Breda oordeelt dat de ontvanger het bezwaar van X ten onrechte wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het bezwaarschrift dat X zelf heeft ingediend, is te laat. Uit de stukken blijkt echter dat de gemachtigde van X wel tijdig (per aangetekende brief) bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank verklaart het bezwaar daarom alsnog ontvankelijk. Vervolgens vernietigt de rechtbank de beschikking bestuurdersaansprakelijkheid. Weliswaar is X feitelijk bestuurder van A bv, zo overweegt de rechtbank, maar niet aannemelijk is dat er sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De ontvanger maak niet aannemelijk dat het bestuur van A bv met het aangaan van de verplichtingen in de periode voor het faillissement risico's heeft genomen die geen redelijk denkend iemand zou nemen. Het beroep van X is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 13 februari