Aan belanghebbende, A Ltd., is een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting met vergrijpboete opgelegd. A Ltd. maakt eerst bezwaar, en stelt later beroep in tegen de navorderingsaanslag bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat deze rechtbank en niet Rechtbank Den Haag bevoegd is om beroepszaken van A Ltd. te behandelen. Niet gebleken is dat A Ltd. en haar leidinggevende door de Belastingdienst als één entiteit worden beschouwd die wordt behandeld door Grote Ondernemingen Rotterdam, in welk geval Rechtbank Den Haag bevoegd zou zijn geweest. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwijst de zaak, op verzoek van de inspecteur, wel ter verdere behandeling naar Rechtbank Den Haag, omdat bij die rechtbank een samenhangende procedure aanhangig is. Behandeling door één rechtbank van de zaken is gewenst vanwege de door de inspecteur gestelde en A Ltd. niet weersproken zeer sterke samenhang, de gezamenlijke behandeling in de bezwaarprocedures, de aanzienlijke omvang van de dossiers en de vertegenwoordiging door dezelfde gemachtigde. A Ltd. heeft haar stelling niet onderbouwd dat verwijzing niet in haar belang is.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:13
Algemene wet bestuursrecht 8:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 26 maart