Belanghebbende, X bv, is opgericht in 2011. De heer X is vanaf de oprichting haar enig bestuurder/aandeelhouder. In 2012 koopt X bv een bedrijfspand. Aangezien zij in 2011 tot en met 2014 geen door X genoten loon heeft aangegeven, worden in 2015 direct invorderbare naheffingsaanslagen loonheffing, alsmede 25% vergrijpboetes opgelegd. De belastingdeurwaarder legt executoriaal beslag op het pand. Na de gedwongen verkoop in 2016 is een deel van naheffingsaanslagen betaald en is X bv opgeheven. In geschil is of de naheffingsaanslagen en boetes terecht zijn opgelegd.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het algemeen bekend is dat het besturen van een bv altijd werkzaamheden van enige omvang vergt, zoals het (laten) voeren van de administratie, het deponeren van de jaarrekeningen en het doen van belastingaangiften. Ondanks dat de exploitatie van het pand pas in 2012 met hulp van een makelaar is gestart en de onderneming nooit echt van de grond is gekomen, zijn de correcties wegens het gebruikelijk loon van X deels dus toch terecht. Voor 2011 wordt het fictieve loon van X vastgesteld op € 2.500 en voor 2012, 2013 en 2014 op respectievelijk € 18.400, € 18.600 en € 18.800. De 25% boetes worden vernietigd, aangezien door de inspecteur niet is gemotiveerd waarom X bv grove schuld is te verwijten. Het beroep van X bv op betalingsonmacht ten aanzien van de verschuldigde griffierechten is gehonoreerd, omdat aannemelijk is dat er na haar ontbinding en vereffening geen baten meer zijn en het netto-gezinsinkomen van X te laag is.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:41
Wet op de loonbelasting 1964 12a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 26 maart