X is het niet eens met twee WOZ-beschikkingen van de gemeente 's-Hertogenbosch. In hoger beroep verzoekt X om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn van geschilbeslechting. Hof 's-Hertogenbosch kent X een vergoeding toe van € 500 voor een overschrijding van (afgerond) een half jaar in de bezwaarfase.
De Hoge Raad oordeelt dat ook in WOZ-zaken de redelijke termijn voor gemeenten om te beslissen op bezwaar een half jaar is. Het feit dat de wetgever de wettelijke termijn voor de beslissing op bezwaar heeft verlengd (thans: art. 30 lid 9 Wet WOZ) vanwege de piekbelasting die in WOZ-procedures bij de afhandeling van bezwaarschriften voortvloeit uit het systeem van uitvoering van de Wet WOZ, rechtvaardigt niet een verlenging van de redelijke termijn in de bezwaarfase. De andersluidende opvatting van B en W van de gemeente 's-Hertogenbosch faalt. Het cassatieberoep van de gemeente is wel gegrond, omdat het hof heeft miskend dat de termijnoverschrijding in de bezwaarfase is gecompenseerd met een voortvarende behandeling in hoger beroep (HR 12 december 2014, nr. 14/00797, BNB 2015/43). X heeft eerst in hoger beroep verzocht om een vergoeding van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 30-9
Algemene wet bestuursrecht 8:73