Belanghebbende, X, is eigenaar van een biologische varkenshouderij. In geschil is de WOZ-waarde van de onroerende zaak voor belastingjaar 2014.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente op de juiste wijze de WOZ-waarde van de biologische varkenshouderij van X heeft bepaald. De heffingsambtenaar baseert zich in grote lijnen op de taxatiewijzer agrarisch. Hij realiseert zich dat de cijfers uit de taxatiewijzers gebaseerd zijn op verkopen van intensieve varkenshouderijen. De heffingsambtenaar verwijst echter naar een publicatie van Alfa accountants en adviseurs van oktober 2013 over ‘varkenshouderij in bedrijf' waarin gesteld wordt dat het rendement van biologische varkenshouderijen gemiddeld beter is en dat de afzet van biologisch varkensvlees nog steeds toeneemt. X heeft dit laatste niet gemotiveerd betwist, maar houdt vast aan zijn eigen taxatierapport. De rechtbank ziet in het taxatierapport van X onvoldoende aanleiding om tot de conclusie te komen dat de heffingsambtenaar de waarde niet aannemelijk heeft gemaakt. Het beroep van X is wel gegrond omdat de door de heffingsambtenaar in beroep verdedigde waarde lager ligt dan de vastgestelde WOZ-waarde.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 2 november